Columns
Gepubliceerde columns op deze website.
04-12-2023
Op de weg terug
De winterstop nadert met rasse schreden. Zo kijk je uit naar het begin van weer een nieuw seizoen en zo staat de kerst alweer bijna voor de deur en is de competitie ongeveer halverwege.
Op dit moment heb ik tien wedstrijden op de teller staan, nog niet zo veel dus. Maar een weekend ‘in de wacht’, een geen last minute-wedstijd (een goed teken: weinig afmelders én/of voldoende scheidsrechters), een afgelasting en ook nog het jaarlijkse novembergriepje zijn daar debet aan. Maar tien is in elk geval een pak meer (een mooie Belgische uitspraak; hoor je ook vaak tijdens wielerwedstrijden op tv bij onze Zuiderburen) dan het vorig seizoen, toen stond de teller op dat moment namelijk op… nul. Een opkomende achillespeesontsteking, zo bleek later, aan het einde van seizoen 2021/’22 bleek de boosdoener.
Een paar weekjes rust en we kunnen weer, dacht ik toen nog in de zomer van dat jaar. De start van 2022/’23 werd gemist, dan maar toe werken naar de winterstop, maar ook die werd niet gehaald, en zo ging een seizoen voorbij zonder ook maar één wedstrijd te hebben gefloten. Fysio-fysio-fysio, maar dat mocht niet baten. En, continu uitleggen dat je nog geblesseerd bent. Balen! Geduld en rust, was het geneesmiddel uiteindelijk.
In mei ein-de-lijk heel voorzichtig kunnen beginnen, kleine stapjes maken en in de zomer samen met mijn leermeester Ad Spierings doorgetraind met de hoop in september weer op de groene mat te kunnen acteren. En… dat lukte!
Maar hét gevoel dat ik voor mijn blessure had, het veld opstappen met een zelfverzekerdheid van doel tot doel, dat heb ik nog niet helemaal teruggevonden. Je bent er een jaar tussen uit geweest, ook een jaartje ouder geworden, het niet week in week uit mee bezig zijn heeft toch zijn sporen achtergelaten. Het toeleven naar het weekend, contact met collega’s, bijhouden van de spelregels, om wat te noemen. Het fingerspitzengefühl is wat verwatert. Dan blijkt nog maar weer eens dat het vak van scheidsrechter voor een groot deel draait om ervaring. Meters maken tijdens competitiewedstrijden op het veld, er zijn geen betere trainingen.
Bij de eerste aanstellingen van dit seizoen voelde ik me wel af en toe een soort SO3-cursist. Het hoofd zat vol met ‘ik moet daar aan denken en daar aan’. Met de toss erachter komen dat je het tossmuntje niet in je broekzak zit of het potloodje op je ligt te wachten in het etui in het kleedlokaal… Echter, elke wedstrijd draagt op dit moment een steentje bij aan de opbouw. Omgaan met de tegenslag van een langdurige blessure is achtergelaten, de blik is nu naar voren gericht. Hier heb je het uiteindelijk allemaal voor gedaan en is de beloning daar; elke zondag de auto instappend, op weg naar een sportpark waar je leidsman mag zijn bij een potje voetbal, en weer genieten van die mooie hobby!
Johnny van Geffen
20-06-2022
Intens
Als voetbalscheidsrechter is een aanstelling in de nacompetitie het toetje van een seizoen. Elk seizoen heeft een voorgerecht (bekerwedstrijden), een hoofdgerecht (competitie), maar een nacompetitiewedstrijd mogen leiden of assisteren, dat moet je zien als de ultieme seizoensafsluiter.
Afgelopen zondag maakte ik deel uit van een kwartet welke de finalewedstrijd tussen Vesta’19 en HVV Helmond in goede banen moest leiden. Ik was aangewezen als eerste assistent-scheidsrechter, dat betekent dat jouw werkgebied is aan de zijde van de beide dug-outs. De tweede assistent staat aan de overzijde. De belangen waren voor beiden teams groot. Winst betekent promotie naar de Derde klasse! Maar ook voor ons, want hoe vaak krijg je de gelegenheid om aangesteld te worden voor een finalewedstrijd? Dus eerder dan normaal al op het sportpark aanwezig (wedstrijd vond plaats op neutraal terrein, bij Festilent in Zeeland), even met z’n vieren het veld inspecteren, complimenten uitdelen over een prima grasmat, handen schudden, praatje hier en praatje daar maken, aan de koppies van de spelers en staf zien dat er iets op het spel staat op deze zondagmiddag.
Als alle formaliteiten zijn afgewerkt, een goede warming is gedaan, de piepvlaggen zijn getest, elkaar succes toewensen, met knallend vuurwerk het veld betreden, zien dat veel publiek het speelveld omzoomd, de Champions League hymne klinkt nog net niet, de toss is verricht en het eerste fluitsignaal klinkt, dan gaat het los.
Als assistent zie je eigenlijk niets van de gehele wedstrijd. Je loopt continu met de voorlaatste verdediger op één lijn, je houdt de zijlijn goed in de gaten of dat de bal er wel of niet overheen gaat, je hebt contact met de scheidsrechter, met de vierde official, de coach van teams hebben soms opmerkingen, soms vriendelijk en soms wat minder vriendelijk van aard en het publiek wat achter je staat leeft enorm mee, soms vriendelijk en soms wat minder vriendelijk van aard.
Het is… intens!
In de rust bespreek je even kort wat er goed of iets minder goed gaat, een paar kleine dingen, maar bij het opnieuw betreden van het speelveld is daar weer die focus. De twee teams zijn aan elkaar gewaagd, dus de intensiteit neemt naarmate de negentigste minuut dichterbij komt toe. Voor ons als kwartet het sein om nog scherper en alerter zijn.
Als dat uiteindelijk goed lukt, is er na het laatste fluitsignaal een mooi moment in het kleedlokaal. Een groepshug symboliseert de ontlading van de spanning die je ook als team bij je draagt voor en tijdens de wedstrijd. Daarna bijna uitgeteld kan ik nog net de bandjes van de sokken af doen en ze laten zakken, het shirt uittrekken, om dan de boel even de boel te laten. Met een flesje water in de hand, onderuit zittend op een hard kleedlokaalbankje, even een paar minuten nodig om bij te komen en in laten dalen wat er zo-even daarvoor allemaal heeft plaatsgevonden.
Het amateurvoetbalseizoen zit er nu op, nu tijd voor andere leuke dingen op bijvoorbeeld de zondagmiddag. Alhoewel, diezelfde avond piept de eerste oefenwedstrijd alweer via de app binnen; 6 augustus, aftrap om…
Johnny van Geffen
23-11-2021
‘Debuut’
Zomaar een dinsdag in november, iets voor het middaguur. Op weg naar Oss, om precies te zijn naar het stadion van TOP Oss. Daar wordt om 13:00 uur afgetrapt voor de vriendschappelijke wedstrijd tussen de Keuken Kampioen Divisionist en een team van voetballers die een contract willen afdwingen in het betaald voetbal.
Een aantal dagen daarvoor meldde een assistent zich af en de scheidsrechter voor deze wedstrijd vroeg in de groepsapp van COVS Oss-Uden ofdat er iemand beschikbaar was om op dat tijdstip de vlag ter hand te kunnen en willen nemen. Het voordeel van eigen baas zijn is dat je ook op dat moment van de dag inzetbaar bent om in dit geval te assisteren. Dus aangegeven dat ik beschikbaar ben. Niet veel later een berichtje terug dat ik ‘aangesteld’ ben. Wow, mag zomaar assisteren bij een Keuken Kampioen-team! Daar gaat je hart toch wel even snellen van kloppen. Het voelde dan ook dat ik m’n ‘debuut’ in het betaald voetbal ga maken…
Na aankomst bij het stadion ons eerst gemeld. De scheidsrechter is hier kennelijk al veel vaker geweest, hij wordt door alles en iedereen hartelijk begroet. Ook door trainer Bob Peeters van TOP Oss, die we treffen bij het koffieapparaat. Na het omkleden een warming-up, en dan is het tijd om als trio het veld op te stappen. Voordat dat gebeurt geeft scheidsrechter bij het verlaten van het kleedlokaal nog even, met een lach, aan dat ik het moet overnemen mocht hij geblesseerd uitvallen. ‘Uuh, en de andere assistent dan?’, pareerde ik. Nee jij, wordt er door de twee in koor gezegd. ‘Oh, maar ik neem mijn fluitje niet mee het veld op hoor’, grapte ik terug.
Na dit dolletje is het tijd voor het serieuze werk. Het beginsignaal heeft nog niet geklonken of ik merk al vlug dat dit een ander niveau is dan de Derde Klasse waar ik nu in acteer. Het gaat razendsnel op en neer. Ik ben tweede-assistent, met Top Oss als verdedigende partij op mijn helft. Zo gauw het kan wordt er rap opgeschoven naar het middenveld door de verdedigers, dat betekent dus continu meebewegen, nog scherper opletten en flinke sprintjes trekken bij snelle uitvallen.
Dan zitten we rond de 20e minuut als het spel plots wordt stilgelegd en de scheidsrechter zich naar de dug-out van de thuisclub begeeft. Wat is er aan de hand, vraagt een speler aan mij, maar ook ik kan niet goed beoordelen waarom het spel stilligt. Een paar tellen later wenkt de scheids naar mij, dat ik moet komen. Ik steek het veld over en krijg te horen dat hij last heeft van zijn hamstrings, niet verder kan en dat ik de wedstrijd moet overnemen. Een grap, denk ik in eerste instantie. Maar nee, helaas kan hij niet verder en krijg ik zijn reserve knalgroen Fox-fluitje in mijn handen geduwd: ‘succes!’
Tja, dan heb je geen keus. Iemand van de thuisclub neemt de vlag ter hand zodat het trio weer compleet is en blaas je een paar tellen later om de wedstrijd te hervatten.
In het veld zelf ervaar je nóg meer de snelheid van het spel dan aan de zijlijn. Maar de eerste helft verloopt goed en ofdat een speler uit het één na hoogste niveau van Nederland een overtreding maakt door bijvoorbeeld te leunen of iemand uit de Derde Klasse, dat maakt geen verschil. Ik het kleedlokaal krijg ik de complimenten van mijn collega’s. Dat sterkt je. Wie de aftrap voor de tweede helft heeft, moet ik wel even navragen, dat was ik even kwijt in alle ‘consternatie’. Die tweede helft verloopt vervolgens ook prima en na het laatste fluitsignaal heerst er een tevreden gevoel.
Bij het verlaten van de mooie accommodatie van de Osse club nemen we afscheid van elkaar en grapt scheidsrechter dat hij me weet te vinden als er weer wordt geoefend op een doordeweekse dag. Prima, geef ik aan, maar dan toch graag met een voorspelbaarder afloop. Alhoewel, als scheidsrechter (en dus ook als assistent-scheidsrechter kan ik nu uit ervaring zeggen) moet je continue gefocust blijven opdat elk moment in een wedstrijd iets onvoorspelbaars kan gebeuren en je daar in een split second naar moet handelen.
Johnny van Geffen
20-10-2021
‘Balen’
Afgelopen zondag weer in het mooie Zuid-Limburg mogen fluiten. In Schimmert welteverstaan, of zoals ze daar zeggen: Sjömmert.
In februari van het vorige jaar was ik voor het laatst actief in die contreien. Het was toen op een mooie zondagochtend als de terreinman van voetbalvereniging Elsendorp mij opbelt; de wedstrijd tegen FC De Rakt van die middag is afgelast. Het veld is onbespeelbaar om de topper te laten plaatsvinden.
Balen!
Even later de wachtdienst van de KNVB gebeld om te melden dat mijn wedstrijd is afgelast en ofdat ze misschien nog een scheidsrechter nodig hebben bij een andere wedstrijd? Aan de andere kant van de lijn klinkt het dat ergens in het zuiden nog een wedstrijd ‘open’ staat. Huh, prima geef ik meteen aan. Ik wil fluiten, het is vijftien graden! Het doorgeven van de namen van de desbetreffende teams gaat een beetje stroef, voor mij klinken ze als abracadabra. Maar ik mag naar… Noorbeek, voor de wedstrijd SNC’14-RKMVC.
De tas weer ingepakt, navigatie aangezet en rijden maar. Rijden naar zo’n beetje hét zuidelijkste dorp in ons land! Tot aan Maastricht was het allemaal gebruikelijke kost. Snelweg na snelweg. Dan tunneltje door en bij de voorlaatste afslag van de A2 net voor België, linksaf. Dan is het nog ruim tien kilometer over kronkelwegen in een werkelijk adembenemend heuvellandschap. Je komt in een soort sprookjeswereld terecht. De route voert door pittoreske dorpjes, allemaal toen in carnavalsstemming. Ik noteer Gronsveld, Sint Geertruid, Mheer en vervolgens kom je in Norbik. De Sint-Brigidakerk valt meteen op. Ook in het dorpje zelf is het draaien en keren en op en af. Prachtig!
Dan valt mijn blik op twee tegemoetkomende wielrenners, gestoken in gele en zwarte kledij. Dat is het toch het Jumbo-Visma-tenue hoor ik mijzelf denken!? Twee recreanten, is mijn eerste gedachte, maar als ze vlakbij zijn herken ik er warempel eentje; het is niemand minder dan Tom Dumoulin! Ik claxonneer nog, net na het elkaar passeren, maar in mijn binnenspiegel zie ik geen reactie van de winnaar van de Giro van 2017.
Na nog ietwat beduusd van zo-even, kom ik aan op het sportpark. Is er nog wel plek voor een vlak voetbalveld in deze omgeving? Maar… die is er. Gelukkig. De materiaalman is druk in de weer met het schoonmaken van het trapje naar het hoofdveld, de begroeting is allerhartelijkst. ‘Ben je van ver moeten komen’ is zijn eerste vraag. ‘Van Eerde, hier zo’n honderddertig kilometer vandaan’. Je ziet zijn verbazing op zijn gezicht: ‘Ut es toch neet te glueve’.
SNC’14 is een kleine vereniging, toen slechts twee seniorenelftallen en twee -zeventallen. Maar hun sportpark ligt op een werkelijk prachtige plek met een fan-tas-tisch vergezicht.
De wedstrijd? Ondanks de harde wind werd er een behoorlijk pot voetbal op de mat gelegd, met vele Limburgse inzet.
Na afloop een drankje en een broodje frikandel aangeboden gekregen, om daarna met een grote glimlach weer naar ons Brabant te rijden. Ze spraken nog de wens uit dat ik zeker nog een keer terug mag komen, maar de kans dat ik de Staatsloterij win acht ik groter.
Van het baal-moment die ochtend was niets meer over. Hier kon geen 'topper' tegen op! Dat ter hoogte van Eindhoven de naweeën van een stormpje zich nog even flink laat gelden met héél véél wind en regen, waardoor de thuiskomst vijf minuten later werd dan het navigatiesysteem aangaf bij vertrek, kon de pret ook niet drukken.
Johnny van Geffen
11-01-2021
Derby
Een mooie hobby, die van scheidsrechter. Vraagje: het summum voor een Spaanse scheidsrechter? Leidsman zijn bij de stadsderby tussen Atlético Madrid en Real Madrid lijkt me! Vroeger in een vol en hectisch Estadio Vicente Calderón, tegenwoordig in het Wanda Metropolitano - met daarbij voor de Nederlandse tv-kijker het commentaar van El Sierd!
Op 2 september 2017 stond er voor mij ook een ‘stadsderby’ op het program - met in gedachten dat we (de gemeente Veghel) in het begin van dat jaar samen met Sint-Oedenrode en Schijndel de gemeente Meierijstad zijn geworden. Hét affiche van die speelronde in Meierijstad: Boskant tegen Ollandia uit buurdorp Olland.
Ditmaal geen TomTom nodig, wel op tijd vanuit Eerde vertrokken naar het met vlaggen versierde sportpark De Scheken. Leuk detail. Daarna netjes ontvangen, met zelfs een bloemetje op tafel in de kleedkamer!
Na een indrukwekkende minuut stilte voor het overlijden van een trouwe supporter van Boskant brak na het eerste fluitsignaal ‘de hel’ los op deze zaterdagavondwedstrijd. Het voelde aan alsof ik in de eerste tien minuten in een rollercoaster beland was. Heel veel strijd en heel veel passie. Die tien minuten voelde aan als een half uur, zoveel gebeurde er.
Daarna ging de storm wat liggen, maar de wedstrijd bleef echter wel vol gas gaan. Voor de neutrale toeschouwer is een 0-0-wedstrijd misschien niet interessant, maar de spanning vergoedde veel. Er werd langs de lijn flink meegeleefd door het in groten getale opgekomen publiek. Er stond voor beide teams dan ook veel op het spel. Boskant deed nog mee voor het kampioenschap, Ollandia bivakkeerde in de onderste regionen op dat moment.
Na mijn laatste fluitsignaal trokken de kruiddampen op, gingen de supportersgroepen samen een biertje pakken in de kantine (waarom anders waren ze allemaal op de fiets gekomen vanuit Olland?) en deden de spelers na een warme douche hetzelfde. Zo heurt het!
Voor mijn gevoel - dat werd ook bekrachtigd door de spelers en leiding van beide elftallen direct na de wedstrijd, getuige de vele complimenten - had ik een prima wedstrijd gefloten. Toen ik weer mijn kleedkamer instapte, gebeurde er iets vreemds toen ik ging zitten. De combinatie van vermoeidheid en dat goede gevoel over mijn optreden, daar werd ik even emotioneel van. Zou dit een Spaanse scheidsrechter ook overkomen na dé Madrileense derby te hebben gefloten?
Johnny van Geffen
03-12-2020
Er was er eens… een crisis
Is corona tot nu toe de enige crisis geweest, die roet in het eten heeft gegooid in voetballand? In het verleden zijn er meer strubbelingen geweest om wedstrijden te leiden.
Ik herinner mij nog goed de oliecrisis in de jaren 70. Vanaf 4 november 1973 tot 6 januari 1974 mocht er op zondag geen autogereden worden. Ik zat toen in de begeleiding van Zuid 1 en moest naar diverse wedstrijden in de omgeving maar ook verder weg. Openbaar vervoer vanuit Uden was haast niet te doen. Als vertegenwoordiger zag ik in die tijd in Reuver een bordje ‘bromfiets te koop’ en dat was een buitenkans. Want er was nergens zo’n vervoersmiddel meer te koop. Voor 40 gulden was de Batavus van mij. Op zondag had ik vervoer. Achter in de auto geladen en op huis aan. Maanden heeft de benzinelucht nog in de auto gehangen. Het kreng lekte als een gek.
Mijn eerste rit was naar DAW in Schaijk. Heen ging prima. Maar terug liet de brommer het al afweten bij de rijksweg in Schaijk. Dus fietsen geblazen en het begon ook nog eens te regenen. Fietsen met een brommer is een aanslag op je leven. Twintig keer rond trappen is ongeveer twee meter vooruit. Dus dit werd lopen met de brommer aan de hand en een zware tas die om de vijftig meter onder de snelbinders dreigde te glippen. Als een verzopen kat kwam ik thuis waarop mijn vrouw opmerkte: ‘Je lijkt wel gek om op deze manier verder te gaan met dat fluiten’.
Gelukkig had ik als begeleider Dhr. Hugo Brinkman uit Oss. De vader van DESO-voetballer Tiny Brinkman en ons latere COVS-lid. Hugo was invalide en had dispensatie om met zijn Dafje op zondag te rijden. Toen ik naar RKTVC in Tiel moest stelde Hugo voor om mij in Uden op te halen en ook weer terug te brengen. Fantastisch aanbod was dat. Geen auto op de weg en op onze snelle rit van 50 km per uur konden we de wedstrijd mooi bespreken en analyseren.
Zoals jullie zien, het scheidsrechteren in die tijd ging ook niet over rozen. Niet op het veld, maar zelfs ernaartoe was problematisch. Misschien is dit verhaal een kleine pleister op de wonde in deze vervelende tijd. Laten we hopen dat snel weer alles naar het oude gaat. En het ziet er goed uit met een vaccin op komst. Zodat we weer kunnen genieten van onze mooie hobby en later kunnen zeggen: weet je nog…. toen er een pandemie was!
Een fijne en mooie feestmaand toegewenst.
Theo Straatman